Bij het betreden van de moskee

Bij het betreden van de moskee


    20. Ik zoek mijn toevlucht bij de Almachtige Allah en bij Zijn Edele Gezicht, bij Zijn fundamentele kracht, tegen Shaytan de verworpene. [1]
 
  (In de Naam van Allah, zegeningen.) [2] (En vrede zij met de boodschapper van Allah.) [3] "O Allah, open voor mij de deuren van Uw genade.[4].

  "أَعُوذُ بٍاللهِ الْعَظِيم, وَ بٍوَجْهِهِ الْكَرِيم, وَ سُلطَانِهِ الْقَدِيم, مِنَ الشَّيْطَانِ الرَّجِيم."."[بسْمِ اللهِ, وَالصَّلاَةُ] [وَ السَّلاَمُ عَلَى رَسًُولِ الله] "اللَّهُمَّّ افْتَحْ لِي أَبْوَابَ رَحْمَتِك."

  "A'oedhoe biellaahie l'adhzeem, wa bie wadjhiehie lkariem, wa soelthaaniehie lqadiem, mina sshaytaanie rradjiem. [Biesmiellaahie, wa ssalaatoe]. [wa ssalaamoe 'ala rasoelie llaah] Allaahoemma ftah'lie abwaaba rah'matik."




    [1] Aboe Daawoed en Al-Albaanie, Sah'ih' Al-Djaami' As-Saghir (H'adieth nr. 4591).
    [2] Ibn As-Soennie (H'adieth nr. 88).
    [3] Aboe Daawoed 1/126, zie ook Al-Albaanie, Sah'ih' Al-Djaami' As-Saghier 1/528.
    [4] Moesliem 1/494. Er is ook een overlevering in Soenan Ibn Maadjah (1/128-9) op het gezag van Fatima (moge Allah tevreden zij met haar zijn): "O Allah, vergeef mijn zonden en open voor mij de deuren van Uw genade."

Geplaatst:
Afdrukken