Het offeren voor een ander dan Allah
Taalkundige betekenis: adh-Dhabh betekent oorspronkelijk het splijten en wat daar op lijkt.
De door de geleerden gegeven betekenis: het ontnemen van een leven, het laten vloeien van bloed om daarmee op een specifieke wijze te verheerlijken en toenadering te zoeken tot iets of iemand.
Het offeren valt onder te verdelen in de volgende drie categorieën:
Voorbeelden van voorgeschreven offers zijn:
- al-‘Oedhiyah (het offeren tijdens Ied ul-Adha: offerfeest).
- Het offeren vanwege een gelofte die je hebt gedaan aan Allah.
- Het offeren bij wijze van geschenk (als onderdeel van de bedevaart).
- Het offeren als Fidyah (datgene wat aan Allah wordt aangeboden om een
tekortkoming in de aanbidding op te heffen) tijdens de Hadj en cOemrah.
- Het offeren in verband met de geboorte van een kind (al-cAqieqah).
- Het offeren als Sadaqah (liefdadigheid) om daarmee toenadering te zoeken tot
Allah.
- Het offeren om daarmee de gasten goed te behandelen.
Voorbeelden van toegestane offers zijn:
- Het slachten door de slager voor verkoop.
- Het slachten voor het nuttigen ervan.
Voorbeelden van wijzen van offeren die Shirk zijn:
- Het offeren voor afgodsbeelden.
- Het offeren voor djinns.
- Het offeren voor mausolea, tempels en graven.
- Het offeren voordat een woning bewoond wordt als bescherming tegen de djinns.
- Het offeren tijdens het binnengaan van een pasgetrouwd echtpaar in hun huis en
het lopen van hen over het bloed van het offerdier.
- Het offeren voor Allah terwijl er een andere naam dan die van Allah genoemd
wordt bij het slachten.
“Zeg: ,,Waarlijk, mijn gebed, mijn riten, mijn leven en mijn sterven zijn opgedragen aan Allah, Heer der Werelden.” (Soerat al-Ancaam: 162)
De riten (Noesoek) staat hier voor het offeren.