De smeekbede
De smeekbede (ad-Doecaa’) behoort tot de belangrijkste vormen van aanbidding. Dit op basis van de uitspraak van de Profeet (vrede zij met hem): “De smeekbede is de aanbidding.” (at-Tirmidhi)
En de uitspraak van Allah (interpretatie van de betekenis):
“En waarlijk, de moskeeën behoren toe aan Allah: roept dan niemand naast Allah aan.” (Soerat al-Djinn: 18)
Smeekbeden kunnen verdeeld worden in twee categorieën:
Hiermee wordt bedoeld: iedere daad waarmee de mens zijn Heer aanbidt, zoals de Salaah (gebed), de Hadj (bedevaart), Sadaqah (liefdadigheid).
Omdat door middel van deze daden iets gevraagd wordt aan Allah. Als de mens deze daden verricht, is het net alsof hij Allah vraagt om hem genadig te zijn en om hem het Paradijs te laten binnentreden.
Hiermee wordt bedoeld: de smeekbede waarin iets wordt gevraagd, zoals Allahoemm-arhamnie (Allah, wees mij genadig), Rabbi-ghfirlie (Mijn Heer, vergeef mij).
De smeekbede is een daad van aanbidding. Wie de smeekbede richt aan een ander dan Allah is een polytheïst (Moeshrik), een ongelovige (Kaafir).
Het bewijs hiervoor is de volgende uitspraak van Allah (interpretatie van de betekenis):
“En wie een andere god naast Allah aanroept, waarvoor hij geen bewijs heeft: waarlijk, zijn afrekening is bij zijn Heer. Waarlijk, de ongelovigen zullen niet welslagen.” (Soerat al-Moe’minoen: 117)