Uitleg
‘Wie’ is hier voorwaardelijk bedoeld en algemeen van aard.
Met ‘ziet’ kan zowel het zicht van de ogen bedoeld worden als het ‘zicht’ van het hart, namelijk kennis. En het laatste is omvattender en algemener.
‘Iets verwerpelijks’ Het verwerpelijke is datgene wat door de Islamitische wetgeving verworpen wordt en dat is alles wat Allah of Zijn Boodschapper hebben verboden.
‘Laat hem dat met zijn hand veranderen.’ Het betreft hier een bevel, oftewel, het verwerpelijke zodanig veranderen dat dit wordt omgezet in het goede. Dit door het verwerpelijke in zijn geheel tegen te houden, of door de desbetreffende verwerpelijke zaak om te zetten naar iets wat toegestaan is.
‘Met zijn hand,’ in geval men over het vermogen beschikt om met de zaak met de handen te veranderen.
‘Indien hij daartoe niet in staat is,’ oftewel, is hij niet in staat om het verwerpelijke met zijn handen te veranderen, ‘dan met zijn tong.’ Door bijvoorbeeld tegen de dader te zeggen: “Vrees Allah en laat dat!”
‘Indien hij daartoe niet in staat is,’ oftewel, niet bij machte is om met zijn tong het verwerpelijke tegen te houden of te veranderen, omdat hij bang is voor zichzelf of doofstom is en niet kan praten, ‘dan met zijn hart.’ Men kan het verwerpelijke met zijn hart veranderen. Dit gebeurt door deze zaak te verafschuwen.
‘En dat is de zwakste vorm van het geloof.’ Met andere woorden, het feit dat men het verwerpelijke slechts met het hart kan veranderen, is de zwakste vorm van het geloof.
Wat leert deze overlevering ons?
Met predikatie wordt bedoeld dat de uitnodiger tot het goede zich in de moskeeėn begeeft of in plaatsen waar mensen bij elkaar komen om hen het kwade te verduidelijken en hen hiervoor te waarschuwen. En dat zij hen het goede verduidelijken en hen hiernaar doen verlangen.
Degene die opdraagt tot het goede en van het verwerpelijke weerhoudt. Dit is hij die de mensen het goede opdraagt, zeggende: “Doet dat”, of die hen van het verwerpelijke weerhoudt, zeggende: “Doet dat niet.”
Degene die verandering aanbrengt is hij die zelf ingrijpt wanneer hij merkt dat de mensen geen gehoor geven aan zijn verkondiging, noch aan zijn bevelen en verboden.